Opdracht 3 Hoe bereken je het energieverbruik? / Onderwerp 4 Energieverbruik

Opdracht 3

Om het energiegebruik van een apparaat te berekenen moet je weten:

Energieverbruik = vermogen x tijd.

Energieverbruik in kWh.

Vermogen in kW

Tijd in uur (h)

Op elk elektrische apparaat staat aangegeven hoeveel Watt het per uur verbruikt.

Stel dat een wasmachine 1000 Watt per uur verbruikt, dan is dat dus 1 kWh.

Het typeplaatje van een boormachine

A. Schrijf het vermogen op in W

A. 500 W

B. Deel door 1000 (kilo=1000)

B. 500 : 1000= 0,5

C. Het antwoord is het vermogen in kW

C. Het vermogen is 0,5 kW

a. Schrijf het vermogen op in kW.

a. 0.5 kW

b. Schrijf op hoeveel uur het apparaat aanstaat

b. 8 uur = 8 h

c. Vermenigvuldig het vermogen met de tijd.

c. 0,5 X 8 = 4

d. Het antwoord is het energieverbruik in kWh

d. Het energiegebruik is 4 kWh