Opdracht 1 Het weer: Temperatuur



Om aan te geven hoe warm het buiten is, gebruik je de temperatuur.
De temperatuur meet je met een thermometer.

Een bekende thermometer is de vloeistofthermometer.
Een vloeistofthermometer bestaat uit een vloeistofreservoir gevuld met een gekleurde vloeistof, een dunne glazen buis en

een schaalverdeling.

Een vloeistofthermometer maakt gebruik van het principe dat

als de temperatuur stijgt  een vloeistof uitzet.

Als de temperatuur stijgt, zet de vloeistof in het reservoir uit en

stijgt de vloeistof in de glazen buis..

Temperatuur wordt vaak gemeten in graden Celsius (ºC).

De temperatuur van smeltend ijs is 0 graden Celsius (0 ºC).

De temperatuur van kokend water is 100 graden Celsius (100 ºC).