Opdracht 6 Onweer en bliksem
Een wolk bevat heel veel waterdeeltjes, druppels dus en zelfs ijs.
Omdat deze waterdeeltjes en ijs langs elkaar bewegen ontstaat er wrijving.
Door deze wrijving worden ze elektrisch geladen.
De zware waterdeeltjes worden negatief en vinden een plekje onderin de wolk.
De lichtere ijsdeeltjes worden positief en gaan omhoog.
En dan kan het feest beginnen.
Positief en negatief trekken elkaar aan.
Er ontstaan kleine elektrische stroompjes die we niet kunnen zien.
Totdat de stroompjes elkaar vinden, dan komt ineens alle landing vrij.
In de wolk kunnen we dan een bliksemflits zien.
Een bliksemflits is een enorme elektrische vonk.
Maar hoe komt het dan, dat we ook wel eens een flits naar het aardoppervlak zien gaan.
Onze aarde is ook elektrisch geladen. Het aardoppervlak is positief.
En dat is de reden dat wij af en toe een bliksemflits van de wolk naar de aarde zien gaan.
Vaak kun je onweer zien aankomen.
Als de wolken steeds donkerder worden, is er onweer op komst.
Ook kun je vaak het merken aan het kraken van het geluid van de radio of televisie,
of aan het onrustig worden van je huisdier.
In Nederland zijn er paar jaar zo'n 100.000 blikseminslagen.
Dat is heel wat als je weet dat een blikseminslag gevaarlijk kan zijn.
Maar gelukkig zijn veel gebouwen beveiligd met een bliksemafleider.
Bliksemafleider
Een bliksemafleider is een metalen staaf met daaraan een stroomdraad.
De bliksemafleider wordt bovenop het huis geplaatst.
De blikseminslag vindt dan plaats in de staaf en niet in het gebouw.
Door de draad wordt de elektrische stroom afgevoerd naar de grond.
Maak jouw eigen website met JouwWeb